Thursday, March 28, 2019

Bij 'Als op het Leidscheplein'

Ik moest vanmorgen denken aan dat mooie lied Als op t Leidseplein. Adrie van Oorschot (1920-2004), een jonge artiest die zich niet wilde opgeven voor de Kultuurkamer en daarom niet mocht werken, ging in het najaar van 1943 kijken naar zijn collega’s van de Snip en Snap-revue “Tok tok tok al weer een ei”. Het was het donkere najaar van 1943, de tijd dat steeds meer joden naar Westerbork gesleept werden, de tijd van de Arbeitseinsatz, dwangarbeid in Duitsland en de onderduik van degenen die zich er aan konden onttrekken. Maar het was ook de tijd dat het concertbezoek met 45 % en het filmbezoek met 85% steeg. Wat er in cafés, zalen en theaters aan amusement geboden werd, was niet op de bon en werd gulzig geconsumeerd. Ondanks de ellende of misschien wel dankzij de ellende zaten de zalen vol. Even onder elkaar in het donker naar een andere wereld vol licht en plezier kijken, even wegdromen, even getroost worden, even de spanning weglachen.

In het liedje Als op het Leidscheplein klonk het verlangen door naar een tijd zonder de Duitsers en met lichtjes, zonder vliegtuigen boven je hoofd en zonder de kans dat je werd opgepakt. Toen Willy Walden met zijn nasale stem dat lied zong werd de hele zaal er stil van, herinnerde Adrie van Oorschot zich. “Je werd er koud van. Het was een soort verzet en nostalgie tegelijk, een hevig verlangen naar de tijd van vroeger.”

De componist van de Snip & Snap-revue was in die tijd Cor Steyn (1906-1965), een populaire figuur op de VARA-radio en in het Amsterdamse City theater. Hij was daar dirigent van het theaterorkest, bespeelde daar het grote bioscooporgel en op zondagochtend was er community-singing onder zijn leiding.

De muziek van Als op het Leidscheplein is opgebouwd zoals de populaire Amerikaanse songs van die jaren. Eerst een inleidend ‘verse’ van een paar regels dat meestal weggelaten wordt, dan de eigenlijke melodie die twee maal ten gehore wordt gebracht waarna er een prachtige ‘bridge’ volgt, een bruggetje zegt men in het Nederlands – zo arm in arm jij en ik etc – en daarna terug naar de hoofdmelodie. ABBCB noemt men deze vorm onder liedjesschrijvers.

De tekstschrijver was Bert van Eyk en achter dat pseudoniem verschool zich de NSB’er Jacques van Tol (1897-1969) die net zo makkelijk propaganda voor de Duitsers schreef als een gevoelig liedje tegen de Duitsers. Een vakman in de slechtste betekenis van het woord.

Het lied werd in augustus 1943 op de plaat gezet en ging een leven leiden dat nog steeds niet afgelopen is. Het wordt algemeen beschouwd als een van de mooiste liedjes uit de oorlogstijd.

• Jacques Klöters

0 Comments:

Post a Comment

<< Home